Als de Saron-school van de Evangelische Broeder Gemeente (EBG) is afgelopen beent de 8 jarige Robby zijn weg naar huis. Rond een uur ’s middags breekt de siësta tijd, of breakfast aan in de zon overgoten wijk Abra Broki (over de brug) in Paramaribo-Oost. Deze wijk, als volks aangemerkt, is een smeltkroes van allerlei bevolkingsgroepen die Suriname kent, vredig naast en met elkaar levend, waarbij etniciteit geen rol speelt. Het dagelijkse nieuws via radio Apintie is net afgesloten, en een ander openingstune “Bach’s Jesu joy of man’s desiring”, begint . Dat betekent de traditionele familie- en overlijdens berichten die steevast om twee uur ‘s middag wordt omgeroepen. Vader en moeder Choenni zijn aan rust toe na een lange dag werken, dat overigens al om half zes in de ochtend begon. Maar de kleine Robby is geenszins van plan het hoofd te ruste te leggen. Immers hij blaakt van de energie, en kijkt verlekkerd naar het slag instrument, de Apintie drum. Deze is neergelegd door meneer Jubitana, een inhemer, die een onderkomen heeft op het erf van Huize Choenni aan de Calcuttastraat. Nieuwsgierig kijkt Robby naar de drum, en kan zich nauwelijks beheersen. Meneer Jubitana slaat het tafereel gade, en spoort hem aan zijn eerste slagen op de trommel te laten doorklinken. Dit is de opmaat voor een sociaal bewogen, en ondernemende jongeman die hij later zou worden. Ma en Pa vergeven hem de verstoorde middag rust, want al gauw hebben ze in de gaten dat Robby één en al muziek ademt. Deze hobby krijgt in de jaren zeventig en tachtig in Den Haag vaste vormen.
Indian Diamonds & Rhythm Construction
Robby formeert de eerste muziek orkesten midden jaren zeventig, totdat hij familieleden verzamelt om met de muziekgroep Indian Diamonds te beginnen. Hij neemt de vocalen voor zijn rekening, speelt drums, en behartigt tevens de zaken. Obligaties worden uitgegeven om gelden binnen te halen, naast de financiële bijdragen van zijn ouders, want ondernemen zit de familie in het bloed. De Indian Diamonds hebben van 1976 tot en met 1978 bestaan. “We speelden in die tijd nummers van Santana, en geen Hindi-nummers , omdat we geen zanger voor dat repertoire hadden. Met de Rhythm Construction speelden we van 1979 tot en met 1985 ongeveer 70% Kaseko en 30% Hindoestaans. We oefenden 2x per week in Den Haag op de zolder van de ouderlijke woning in de wijk Transvaal, Den Haag.
Ik kan terug kijken op een leuke, plezierige periode. Beide bands traden vaak samen op met grootheden in de Kaseko, zoals: Mighty Botai, Ewald Krolis & Caribbean Combo, Sukru Sani en Sabakoe. Het waren de hoogtij dagen in de feestzalen Amiticia en Houtrusthallen, benadrukt hij. Van oudsher heb ik respect voor de winti-cultuur, Kawina- en kaseko muziek. Deze stroming en genres hebben mij respectievelijk mentaal en muzikaal gevormd, vervolgt Robby”.
Paramariboys
De start van de muziekgroep Paramariboys begint in 2017.
“Bij voorkeur spelen we ‘bigi sma poku’, stelt Robby. Met andere woorden: je moet je kunnen beheersen op de dansvloer, en het netjes houden. Spelen het liefst op kleine bijeenkomsten, bigi yari’s. Paramariboys is geen commercieel orkest. De commercie is geen doel voor ons, hoewel je wel in de sfeer van commercie komt. De frequentie van optredens is eenmaal per maand. Eigen nummers spelen we niet, zijn een soort cover- band van bekende Kaseko-nummers van populaire Kaseko-orkesten. Meestal in de volgende bezetting, van links naar rechts: Rudy Helder, bas & zang, Eric Koster (Boeroe), drums,
Jules Lourans , keyboards, Robby Choenni (Paramariboi), vocals, Lesley Braaf , gitaar & vocals ”.
Boek Paramariboi, een jongen uit Paramaribo
In zijn onlangs verschenen biografie “Paramariboi , een jongen uit Paramaribo”, vertelt Robby (4 november 1958) over zijn jeugd, en belevenissen in het dagelijks leven. “Het boek is onder andere door mijn oom Chan Choenni gerecenseerd, die mij labelt als zijnde ‘vercreoliseerd’. Een uitspraak waarin ik me niet kan vinden, omdat ik geen onderscheid maak naar afkomst. En niet langs etnische lijnen denk. Welke kleur je huid ook is, welk type haar je draagt maakt voor mij niets uit. We zijn allemaal Surinamers, en moeten het met elkaar doen. Gun je medemens succes en deel daarin mee, is het adagium volgens Robby”.
“Paramariboi, een jongen uit Paramaribo”, is verkrijgbaar bij de bekende boekhandels.
(foto © Robby Choenni )
Een mooi verhaal. We moeten ’t met elkaar doen !